50 jaar Bartholomeuskerk

Bartholomeus_01

1931 – 1981
50 jaar St.-Bartholomeuskerk aan de Markt te Zevenbergen.

door Kobie Schouwenaars.
druk.: drukkerij Boekhoven bv, Zevenbergen.


Inhoud

Voorwoord
Inleiding
1 De bouw van de nieuwe kerk
2 Opbouw van de geloofsgemeenschap
3 De tweede wereldoorlog
4 De wederopbouw
5 Parochieleven 1954 – 1981
Nawoord
Personalia

 

 


Voorwoord:

8 Juni 1931 werd de Parochiekerk van de H. Bartholomeus te Zeven bergen geconsacreerd door Mgr. A.F. Diepen, bisschop van ‘s-Hertogenbosch. Na vijftig jaar komt onze bisschop, Mgr. H. Ernst, samen met de parochianen dit feit feestelijk gedenken in een plechtige geconcelebreerde eucharistieviering.

Als parochiebestuur meenden wij er goed aan te doen onze parochianen bij deze gelegenheid ’n stukje geschiedenis van de H. Bartholomeuskerk aan te bieden in de vorm van dit bescheiden boekwerkje. Wie konden wij op korte termijn hier beter voor vragen als Kobie, onze koster, die alles vanaf het prille begin van nabij heeft meegemaakt? In vogelvlucht neemt hij ons mee en laat het wel en wee van de parochiegemeenschap van de H. Bartholomeus rond dit kerkgebouw opnieuw herleven. Na het doorlezen van dit “waardig stukje werk” ben je doordrongen van het feit dat er in de parochie altijd wel een goed gemeenschapsgevoel heeft geheerst. Dat maakt het geheel waardevol. Moge de Parochie van de H. Bartholomeus ook in de verdere toekomst een parochieleven kennen waarin de gemeenschap centraal staat.

Namens het parochiebestuur.

Pastoor P. Gerold. Terug naar inhoudsopgave


Inleiding:
Bij het 50-jarig bestaan. van de St. Bartholomeuskerk te Zevenbergen; enige feiten uit het parochieleven in die jaren.

Indachtig het oude Chinese spreekwoord: “Het verleden moet het heden dienen”, wil ik als enige overgeblevene van degenen die de consecratie op 8 juni 1931 van de St. Bartholomeuskerk van zéér nabij meemaakten, graag voldoen aan het verzoek dat mij werd gedaan, iets te schrijven over de voorbije 50 jaar waarin de kerk, als middelpunt van onze parochiegemeenschap heeft gefungeerd.

Terug naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1

De bouw van de nieuwe kerk

Dat er indertijd een nieuwe kerk werd gebouwd was bittere noodzaak. Immers de z.g. Waterstaatskerk, die gestaan heeft op de plaats waar nu de AImarkt is gebouwd aan de Zuidhaven, velen van ons weten dat nog, was in de loop der jaren veel te klein geworden. Plannen om een nieuwe kerk te bouwen waren er al lang vóór 1930, doch het kerkbestuur van toen met als voorzitter Pastoor Jos van Besouw, allen wat oudere mensen, durfden het risico en de financiële gevolgen, die de bouw van een nieuwe kerk met zich meebracht, niet goed aan. Wijselijk werd na het heengaan van Pastoor van Besouw, door Mgr. Diepen, bisschop van ‘s-Hertogenbosch, waaronder toen de parochie ressorteerde, rector Willem van Kessel als pastoor van de parochie benoemd. Van hem was bekend dat hij met grote energie iets kon aanpakken. -Hij had daarvan blijk gegeven in de periode voordien, toen hij als opvolger van de grote “boerenapostel”, Pater van den Elzen, adviseur was van de N.C.B. Ook in die functie had hij laten zien niet bang te zijn iets aan te pakken en bovendien een man te zijn met een behoorlijke dosis financieel inzicht en die daarnaast de handigheid bezat de centen los te krijgen.

Zo kon het mogelijk zijn dat, na zijn benoéming in 1929, reeds in dat jaar begonnen kon worden met de bouw van de huidige St. Bartholomeuskerk, naar ontwerp van de architect Jan Stuyt die o.a. ook plannen maakte voor kerken in Vierlingsbeek, Keyenburg etc. De neo-romaanse structuur van de kerk die in het plan duidelijk naar voren kwam, was door de betreffende instanties vlot goedgekeurd.

Als laagste inschrijver met f 202.000,- werd aan de bouwonderneming Berntsen en Braam te Nijmegen opdracht gegeven voor het bouwen van de kerk, wat voor die tijd vlot verliep. Met vereende krachten werd er gewerkt om het gebouw zo vlug mogelijk tot voltooiing te brengen. Vele boeren van die tijd hebben vanaf de Kapelberg dagen achtereen grond aangevoerd met kar en paard om de lage grondslag van de wei, waarop de kerk gebouwd is, op te hogen, en dat alles gratis! Willem Stoop, Adriaan van Leent, Thijs Kremers, deze drie Zevenbergenaren vooral, stonden maanden achtereen te graven om de ringen waarop de kerk gebouwd is tot een diepte van 11 à 12 meter te brengen. Op 23 april 1930 werd de eerste steen gelegd, de muren waren toen reeds op manshoogte. Bekwame Zevenbergse metselaars, timmerlieden, steigermakers en opperlui, o.a. Willem Kanters, Arie Vervaart, Janus en Jan de Gouw, Janus Kramers (enkele van deze mensen zijn nog in leven), hielpen mee om de kerk te voltooien. Houthandel Aarden schonk het uurwerk en in de werkplaats van deze zaak werd door Piet van Kaam de koperen haan die ook nu nog de torenspits siert, met vaardige hand geslagen. Deze haan was overigens samen met het kruis op de toren een geschenk van Machinefabriek Brabant, maar omdat deze firma geen koperslager in de gelederen had, gebeurde dit karwei in de werkplaats bij Aarden door bovengenoemde parochiaan. Chris Beljaars zorgde voor het lood- en zinkwerk, Jan Beljaars voor het schil- derwerk, Jo Barel voor de verlichting en geluidsinstallatie en meubelfabriek “Het Hert” (Zom) maakte de banken en diverse andere kerkmeubelen. Bij de inrichting van het gebouw was rekening gehouden met het plaatsen van de communiebank, biechtstoelen, preekstoel, alles prachtig houtsnijwerk, dat indertijd was gemaakt door de Fa. Peeters uit Antwerpen en in de oude kerk had gefunctioneerd. Ook de grote koperen lichtkronen, kandelaars, beelden, kruiswegstaties (schilderwerk van Windhausen), glas-in-loodramen enz., enz. kregen een passende plaats in de nieuwe kerk. Het orgel dat indertijd in de oude kerk door Vollebregt was gebouwd en een façade had met prachtig houtsnijwerk, werd door Valkx en Van Kouteren herbouwd in de nieuwe kerk.

Bartholomeus_02

Zo kon met Kerstmis 1930 de kerk in gebruik genomen worden, zij het dat er nog veel moest gebeuren zoals o.a. de vloer in het priesterkoor: Met oude tapijten en lopers moest dit stuk belegd worden om de nog omhoog stekende beton ijzers en andere oneffenheden te bedekken en zodoende te voorkomen dat men struikelde. Zeker vermeldenswaardig is het feit dat de parochianen op die twee Kerstdagen nog eens gauw f 2400,- bijeen brachten, een kapitaal voor die tijd, om de plaatsing van het hoogaltaar mogelijk te maken. Uit geel gevlamd Italiaans marmer werd dit altaar vervaardigd en het doet nog steeds dienst als sacramentsaltaar. De grote koperen altaarkandelaars werden vervaardigd door Jan Eloy en Gerard Brom te Utrecht, die in dezefde stijl ook het enorme altaarkruis en het beslag op de deur van het tabernakel verzorgden. Jammer is dat dit prachtig altaar tengevolge van zware luchtdruk bij het neergooien van een kettingbom door de Duitse luchtmacht (in die Meeren) in 1942 gebarsten is waarbij vooral het altaarblad onherstelbaar werd verminkt.

Hoewel de kerk veel groter was dan de oude Waterstaatskerk was het bij het enorme kerkbezoek van die tijd nodig om terstond overal waar maar enigszins plaats was. stoelen bij te zetten. Iedere zondag in praktisch alle H. Missen was de kerk overbezet, om dan nog niet te spreken over speciale gelegenheden, zoals bij missies e.d. De kerk was dan angstaanjagend vol. Met een plaatsen bestand van Î 286 hebben wij dikwijls 1500 à 1600 mensen geteld waarbij 300 à 400 mensen met een staanplaats genoegen namen of moesten nemen.

Bartholomeus_03

Praktisch tegelijk met het pleisteren van de 4 gewelven werden deze ook beschilderd door Jos ten Horn voor totaal f 4250,- Het Scheppingsverhaal werd door hem met machtige voorstellingen in de gewelven weergegeven op de van hem bekende Fresco-achtige manier. Deze voorstellingen zijn eind 1944 bij de bombardementen en beschietingen verloren gegaan, wat erg jammer was, aangezien juist in onze kerk de opgang, de ontwikkeling van de toen nog jonge kerkschilder Ten Hom, tot de grote grijpte kunstenaar van later, zo duidelijk te zien zou zijn geweest. Immers, tot aan zijn dood op 1 juni 1956 heeft hij met tussenpozen (meestal vanwege de financiën) aan het interieur van onze kerk gewerkt. In het begin werden de beschilderingen, die voor die tijd uitermate modern waren, nogal stevig bekritiseerd en dan meestal niet in gunstige zin. Later echter werd deze kritiek veel milder en momenteel is het zo dat deskundigen en vakgenoten concluderen dat hier een zeer groot kunstenaar aan het werk is geweest. Zoals bij vele van deze mensen het geval is, kwam deze laatste conclusie pas nadat de persoon in kwestie het tijdige met het eeuwige had verwisseld.

Bartholomeus_04

Bij het in gebruik nemen van de kerk kregen we de gebruikelijk verpachting der plaatsen in banken en van de stoelen. Het duurde enkele dagen van ’s morgens tot ’s avonds eer deze “zaak” zijn beslag had. Het bedrag dat geboden werd voor een plaats moest het eerste jaar betaald worden en het jaar daarna werden de prijzen der plaatsen naar redelijkheid vastgesteld door het bestuur, echter wel zodanig, dat de duurste plaatsen vóórin de kerk waren en de goedkoopste achterin. In grote trekken kostte een plaats voorin f 17,- en dan aflopend naar achteren tot f 5,- per plaats per jaar. Grote gezinnen die meer dan 2 plaatsen nodig hadden kregen vanaf de derde plaats een belangrijke reductie.

Om tegemoet te komen aan het verlangen van de scholen en van vele anderen werd er al gauw een z.g. “kindermis” ingevoerd met gratis plaatsen Later werd, omdat vele ouders hun kinderen graag bij zich hadden, een zogeheten “vrije mis” ingesteld, waarbij het pachtrecht niet gold en men 1 0 cent per plaats moest betalen. Deze 10 centen moesten ook worden betaald in de andere H. Missen, als iemand op een door anderen gepachte plaats die toevallig vrij was, ging zitten. Het werd zodoende onder iedere H. Mis een uitkammerij van jewelste. Gelukkig kon dit later van lieverlee worden veranderd naar het systeem van nu waarbij eenieder vrij is plaats te nemen waar men wil met allen dezelfde rechten.
Terug naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 2

Opbouw van de geloofsgemeenschap

In die tijd had de parochie naast de pastoor altijd 2 vaste kapelaans en dikwijls moesten nog assistenten van elders worden aangetrokken om het vele werk aan te kunnen, vooral rond de grote feestdagen en bij bijzondere gelegenheden. Het was toen zo, dat een bloeiend verenigingsleven, vooral wat de jeugd betrof, veel aandacht vroeg en ook veel werk meebracht. Het betrof hier o.a. K.J.V, K.J.M., Kabouters, Gidsen, Maria-garde voor de vrouwelijke jeugd Kajotters, Jonge werkman, Jonge Middenstand, Jonge Boerenstand, Verkenners, Welpen, Jonge Wacht enz. voor de mannelijke jeugd. Als specifiek godsdienstige verenigingen kenden we de H. Familie en Jeugd H. Familie voor de mannen en jongens, de Maria-Congregatie voor jonge vrouwen, de Congregatie van O.L. Vr. van Altijddurende Bijstand voor gehuwde vrouwen en de Theresiacongregatie voor jonge meisjes. De bijeenkomsten van deze godsdienstige verenigingen die werden gehouden op zondagmiddag na het lof van 3 uur, vonden vooral in de jaren 1930-1940 grote aanhang en droegen ten zeerste bij tot een bloeiend parochieleven.

Wat ook de bloei van het parochieleven stimuleerde waren de Missies die in de jaren 1934, 1941, 1948 en 1956 werden gepreekt door de Paters Redemptoristen, waarbij de kerk vooral in de avonddiensten te klein was om alle belangstellenden te kunnen bevatten. Om de penitenten te kunnen helpen moesten tijdens die 10-daagse Missies bij de bestaande 3 biechtstoelen nog 2 extra biechtstoelen worden ingericht. I n dit verband dient ook vermeld te worden dat in die tijd ook regelmatig jongens uit onze parochie tot priester gewijd werden. Zo deed in september 1938 Kees Matthee Azn. zijn eerste H. Mis en in augustus 1942 zijn neef Kees Matthee Pzn. Die jaren kwamen ook van lieverlee de grote wandschilderingen waarvan de voorstellingen voor zichzelf spreken door grote duidelijkheid tot stand. Meestal werden deze betaald van schenkingen van parochianen die voor die tijd in “goede doen” waren en veel voor hun kerk over hadden.

Ook kon door middel van giften het K.J.V.-huis, thans kantoor van de Sociale Dienst der gemeente, worden gebouwd, hetwelk in hoofdzaak bestemd was voor de vorming van de vrouwelijke katholieke jeugd en het geven van huishoudonderwijs. Nog steeds vermeldt de gevelsteen: “Voor Christus onze Koning” .

Op dezelfde manier, dus ook goeddeels door giften van parochianen, kwam in de jaren 1935-1936 de “St. Jan” (nu De Schakel) tot stand als vervanging van het oude Bondsgebouw, dat te klein en te verouderd was om de rijke variatie van katholieke verenigingen te kunnen herbergen. Het was dan ook op 14 november 1936 een grootse gebeurtenis voor de parochie toen mgr. Diepen dit gebouw kwam inzegenen. Het voldeed voor die tijd aan alle eisen en heeft als voorbeeld gediend voor vele andere parochiehuizen die later werden gebouwd met het doel waarvoor de St. Jan werd gebouwd n.1. “Ten gerieve van de geestelijke, sociale en culturele ontwikkeling van de parochianen”. Ad van Schendel,de oudste zoon van het toenmalige hoofd der St. Josephschool, die ook het K.J.V.-Huis had ontworpen, was de architect, Piet Kleemans zorgde voor het dagelijks opzicht en de Fa. de Bont uit Nieuwkuyk was aannemer. De aannemingssom was ± f 40.000,-; en voor circa f 10.000,- kwam de inrichting tot stand. Bij de bouw werd geconditioneerd dat zoveel mogelijk Zevenbergse mensen eraan moesten werken aangezien er in die jaren grote werkloosheid heerste, vooral ook onder de bouwvakkers. Gezien de geweldig grote metselstenen die gebruikt moesten worden, is dit bouwen vooral voor de metselaars en opperlieden een geweldig zware kluif geweest. Als herinnering aan de oorsprong werd in de hoek aan de noordkant van het gebouw een uit hardsteen gehouwen beeld geplaatst, afbeeldend St. Jan de apostel. In de gevelsteen staat gebeiteld: . “Aan St. Jan de Apostel”. Deze steen werd met een latere verbouwing verwijderd, doch is nog steeds in het bezit van de kerk.

Even zaten we op een zijspoor met de beschrijving van een stukje geschiedenis betreffende deze twee gebouwen doch, in verband met het grote belang dat zij indertijd vertegenwoordigden in het parochieleven mocht dit gedeelte niet worden overgeslagen.
Terug naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 3

De tweede wereldoorlog

Terug naar de kerk zien we dat hier het interieur in de loop der jaren 1930- 1940 tot voltooiing kwam. Terwijl de eerste oorlogsdagen aan braken, die vooral de noordoosthoek van Zevenbergen troffen en waarbij vele doden vielen te betreuren, werd aan de kerk geen grote schade toegebracht. Al gauw na de bezetting door de Duitse Wehrmacht kwamen de diverse voorschriften los o.a. ook wat betreft de verduisteringsbevelen bij avond en nacht voor gebouwen. Voor de boogramen werden grote schuiven van zwart golfkarton, omlijst door tengels, aangebracht waardoor het mogelijk was dat alle kerkdiensten zowel ’s morgens als ’s avonds doorgang konden vinden, zonder dat er licht uitstraalde naar buiten, wat voor de Royal Air Force richtingspunten konden zijn bij de nachtelijke vluchten boven het bezet gebied en verder naar Duitsland. Hoewel in de onmiddellijke nabijheid van de kerk nogal wat last veroorzaakt werd door de Duitse bezetters, kon in de kerk zelf niet van ernstige hinder gesproken worden. Wel wilden de heren nogal eens de toren in om de omgeving te verkennen en te fotograferen. Echter zijn deze lieden er nooit achter gekomen dat in de toren en op de gewelven enkele radiotoestellen verdekt stonden opgesteld, met koperdraadjes als antenne, waar “Radio Oranje”, de Stem van strijdend Nederland, “De Flitspuit” en andere zenders werden opgevangen, waardoor wij verschillende mensen in Zeven bergen en daarbuiten van berichten uit Engeland en het verzet in Nederland op de hoogte konden houden. Dit riskante werk had tot gevolg dat we echter enkele malen door het oog van de naald zijn gekropen en het ons eenmaal zelfs bijna de kop heeft gekost. Ook onder de vloer van de kerk werd niet stilgezeten, met name in de tuinbergplaats onder de sacristie hadden we ondertussen een gelegenheid geschapen om uit koolzaad olie te persen en tarwe te malen om vooral de bewoners van het Sint Josephgasthuis en Sancta Maria, die toen rechtstreeks onder het bestuur van de kerk ressorteerden aan de eet te houden. Het St. Josephgasthuis en St. Maria huisvestten toen 103 bejaarden, enkele weeskinderen, kraamvrouwen en ruim 20 zusters van het gezelschap van J.M.J. Vele melkbussen met olie werden er geperst en onder het rechtstreeks oog van Duitse soldaten, van wie er 70 in het gebouw St. Jan waren ingekwartierd, per kruiwagen naar bovengenoemde gebouwen vervoerd. Immers met oude melkbussen werd ook wel eens “gier” over de tuin uitgespreid! Tengevolge van deze manipulaties is niemand in deze huizen aan eten iets te kort gekomen, temeer omdat er ook nog wel eens klandestien kon worden geslacht en aardappelen aangevoerd via goede relaties in de kringen van agrariërs en slagers, waarvoor deze mensen nog alle lof verdienen. Dus zowel in, op en onder de kerk was er activiteit in de jaren van de bezetting. Er werd letterlijk en figuurlijk gewerkt tot lof en eer van God en tot welzijn van de evenmens!

Op 19 augustus 1942 moesten we met lede ogen aanzien dat de 3 luidklokken uit de grote toren alsook het Angelusklokje uit het kleine torentje werden gehaald in opdracht van de Duitse Wehrmacht. Een klok n.l. de Mariaklok (650 kg) kon na de bevrijding worden teruggehaald. Deze stond nog op een centrale verzamelplaats in Tilburg in een der loodsen van Houthandel Key. Later bleek er door het gesjouw en gesmijt een barst in te zijn gekomen. Hierdoor was veel van het klankvermogen verloren gegaan zodat de klok moest worden gesmolten en opnieuw gegoten. De drie andere klokken zijn met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de smeltkroes verdwenen om verwerkt te worden tot oorlogsmateriaal.

Bijna aan het einde van de bezetting hebben we op een zondagmorgen de Duitse bezetters nog eens prachtig in de wielen gereden. ’s Nachts tevoren was n.1. het spoorwegkruispunt Lage Zwaluwe door de R.A.F. kapot gegooid met bommen. Men moest mensen hebben om de spoorlijnert te helpen herstellen en zodoende arriveerden er overvalwagens voor de kerk onder de hoogmis om mannen op te vangen als de dienst zou zijn afgelopen. Echter kregen wij juist op tijd een seintje in de sacristie van één der Marktbewoners, die alles had gezien. We konden nog juist op tijd, door middel van een fluistercampagne onder de mis, ervoor zorgen dat alle mannen na de mis langs de zijen achterdeuren de kerk konden verlaten en de polder in vluchten en het resultaat was dat langs de deuren op de Markt na de dienst enkel vrouwen en kinderen de kerk verlieten. Onverrichtterzake moesten de overvalwagens naar elders! De heren waren woest!

Bartholomeus_05

Wie gedacht zou hebben dat we er met onze kerk tijdens de bevrijdingsdagen op dezelfde manier zouden afkomen als in de meidagen van 1940 had zich danig misrekend, immers toen de strijd tussen de Duitse en Geallieerde legers in ons gebied eind oktober, begin november 1944 in alle hevigheid losbarstte kreeg ook de St. Bartholomeuskerk het zwaar te verduren. In de negen dagen dat de “Vesting Zevenbergen” onder kruisvuur lag, werden de daken, gewelven, ramen en het interieur zéér zwaar beschadigd. Of dit nog niet genoeg was moest ook de toren het nog ontgelden en dit terwijl in die dagen ± 3000 mensen onder de kerk een toevlucht hadden gevonden omdat hun huizen waren kapotgeschoten of gebombardeerd. Aanvankelijk zou alleen de spits van de toren het moeten ontgelden om de Geallieerden de schietrichting te ontnemen, maar doordat de Duitse springstofgroep niet naar boven durfde en omdat enkele van hen “stevig beschonken waren en tengevolge daarvan niet naar boven konden, heeft men de kist trotyl op de vloer van de toren laten ontploffen, zodat de hele toren met alles wat erop en eraan zat uit elkaar is gesprongen. Hierdoor is ook praktisch het gehele orgel met de prachtige gebeeldhouwde façade en het zangkoor verwoest. Het mag een wonder heten dat, terwijl op de vloer van de kerk stukken muur terecht kwamen van 600 à 700 kg. niemand van de circa 3000 mensen die onder de kerk waren zelfs niet op de geringste wijze getroffen werd. Dit alles mede dankzij de oerdegelijke fundering en sterke vloer van het gebouw, indertijd berekend door Ir. Orie uit Vught. Elders in Zevenbergen vielen vele doden, dit is in andere geschriften gepubliceerd. Op kleine afstand van de kerk vielen ook nog 3 bommen van 500 kg. waarvan er één op een door de mensen zelf gebouwde schuilkerder aan de zuidkant van het gebouw St. Jan terechtkwam. Van de achttien mensen die in deze kelder zaten kon er nog één levend worden uitgegraven n.l Toos Drost- van Kaam. Zij heeft echter heel haar verdere leven de nadelige gevolgen van deze ramp met zich mee moeten dragen.

Bartholomeus_06

Terug naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 4

De wederopbouw

Doordat de toren aan de kerk was vastgebouwd werd ook in de voorgevel van de kerk een geweldig gat geslagen. Kortom het gehele Godshuis was in één grote puinhoop herschapen en totaal onbruikbaar geworden. Toen na enkele dagen de Duitse bezetters hun hielen hadden gelicht en ook het gebouw St. Jan waarin ze vier jaar hadden gezeten, verlieten, werd dit gebouw met kunst en vliegwerk als kerk ingericht. Al vrij snel konden de H. Diensten zowel in de week als ’s zondags daar doorgang vinden. In de week waren de vaste diensten zoals gewoonlijk om half zeven en half acht en voor ’s zondags werden er “uurdiensten” ingesteld te beginnen om 6 uur en dan doorlopend tot twaalf uur elk uur één. Zelfs het lof en de bijeenkomsten aan H. Familie, Congregaties e.d. vonden doorgang. Onder deze kerkdiensten werd door de parochianen stevig geofferd om de wederopbouw van de kerk mogelijk te maken en dit ondanks het feit dat de meesten van hen zelf zwaar getroffen waren. In en rond de kerk werd snel begonnen met puinruimen en de Fa. Leyten uit Raamsdonk werd bereid gevonden en had nog wat materiaal om aan het herstel van de romp van het gebouw te beginnen. Wederom werd van houthandel Aarden op zéér voordelige wijze hout betrokken, vooral zware balken e.d die nodig waren om de kapspanten te herstellen. Met veel passen en meten en gebruik makend van stukken orgelpijpen e.d. konden de goten, killen en afvoerpijpen worden hersteld. Met rubberroid werden grote stukken van het dak dichtqernaakt omdat er toen nergens leien te krijgen waren. Later werden van verschillende plaatsen leien betrokken en zo’ kon het gebeuren dat toen het dak weer geheel gedekt was, er zeven soorten leien en dito deksystemen gebezigd waren. Zo werden er FuméIeien gehaald met paard en wagen te Lage- Zwaluwe waar de kerk ook tot één puinhoop was geworden. Verder werden op vele plaatsen kleine partijtjes leien gekocht zoals Portugese’, Luxemburgse, Franse etc .. Het was een allegaartje doch het dak kwam op den duur wel dicht.

Bartholomeus_07

Om de voorgevel van het gebouw dicht te krijgen moest een gedeelte van de toren worden herbouwd. Dit gebeurde dan ook tot een hoogte van 18 meter. Op deze 18 meter hoge stomp werd bovengenoemde Mariaklok geplaatst zodat er voorlopig met één klok geluid kon worden. De grote boogramen werden met noodglas, dat uit België aangevoerd moest worden, voorlopig dichtgemaakt. Bij Fa. Zom werden de banken e.d. gerepareerd, wat een hele klus was aangezien het lroco-teakhout waarvan de banken gemaakt waren op dat moment niet te krijgen was. Ook hier was het dus passen, meten en improviseren.

Op 28 juli 1945 kon het Allerheiligste van gebouw St. Jan in processie worden overgebracht naar de kerk waar daags daarna, op zondag 29 juli, onze plaatsgenoot Janus Kuypers zijn eerste H. Mis in de parochie opdroeg en dit terwijl het achterste gewelf boven het zangkoor nog in de steigers stond en het glas in de achterste boogramen nog ontbrak.

Vanaf die datum functioneerde de kerk weer volledig, hoewel er tussendoor nog veel moest gebeuren aan het herstel. Jos ten Horn de kerkschilder, waarvan eerder het doodsbericht was binnengekomen, kwam weer opdagen en ging van lieverlee de wandschilderingen die op vele plaatsen flink beschadigd waren herstellen. In de bijsacristie was gelukkig nog een voorraadje Keimsche mineraalverf en fixatief bewaard gebleven waarmee hij het werk kon aanpakken. Omdat het gewelf boven het altaar als laatste in steiger stond om te worden gestucadoord, werd deze gelegenheid aangegrepen 0:11 ook daar de gewelfschildering weer opnieuw aan te brengen. Jammer dat het er tengevolge van geldgebrek en het ontbreken van steigermateriaal nooit meer van gekomen is om de drie andere gewelven, waarin het Scheppingsverhaal op zo’n unieke wijze was voorgesteld, opnieuw te laten schilderen.

Bartholomeus_08

Bartholomeus_10

Bartholomeus_11

Bartholomeus_09Snel werd ook begonnen aan het herstel van het orgel en bij dit herstel werd een geheel andere opstelling gemaakt. De Fa. Verschueren uit Heythuizen (L) kreeg hiervoor opdracht. Het orgel werd uitgebreid met een rugpositief, een verschijnsel dat voor die tijd nog vrij uniek was. Het monumentaal instrument is verdeeld over een hoofdzwel en rugwerk en is gedeeltelijk pneumatisch en gedeeltelijk mechanisch. Het bezit verder een vrij pedaal. Met de vorm van het orgel werd rekening gehouden met het rozet glas-in-Iood raam in de voorgevel. Het raam moest worden vervaardigd uit slechts enkele kleuren glas die toen kort na de bevrijding beschikbaar waren. Het ontwerp was van ten Horn. Zelf heeft hij van dit raam altijd gezegd dat, ondanks de beperking in de keuze van het glas, het tot de beste ramen behoorde, die hij ooit ontwierp. Hier zou dus bewaarheid kunnen zijn het Duitse gezegde: “In der Beschenkung zeigt sich der Meister” . Dit raam werd geschilderd door hemzelf en gebrand in het atelier van de Gebr. Wuisman te Breda.

Al gauw werd begonnen met de restauratie en het verder afschilderen van de kruiswegstaties die de schilderijen van Windhausen moesten gaan vervangen. Voor de uitbeelding van vooral de koppen van deze figuren bestudeerde ten Horn de koppen van typen uit Zevenbergen die hij in de loep der jaren had leren kennen. Vooral op de “beurs”, die donderdags wordt gehouden, haalde hij er mooie boerenkoppen uit en gebruikte deze als voorbeeld voor personen die in het lijdensverhaal een plaats kregen. Vrijwel tegelijk met de kruiswegstaties werd ook de vernieuwing van de grote boogramen aangepakt Naar idee van ten Horn stellen de achterste ramen de vier jaargetijden voor: lente, zomer, herfst en winter. Als hoofdmotief werd in ieder raam uitgebeeld het feest dat in die periode bijzonder de aandacht trekt. Te beginnen bij het lenteraam zien we dat Maria in het midden is afgebeeld omdat haar verering vooral in de meimaand van oudsher gebruikelijk is. In het zomerraam prevaleert de verering van het “H. Sacrament des altaars” voorgesteld door een priester die met de monstrans het lichaam van Christus in processie ronddraagt, hetwelk een verwijzing wil zijn naar Sacramentsdag en de plechtigheden die vooral in het verleden rond dit feest gehouden werden. Ook in onze parochie werd dit feest voorheen met grote luister gevierd en we maakten processies mee met 1 000 tot 1500 deelnemers in de tuinen rond de kerk. Er hangt zelfs nog een procesverbaal van jaren terug omdat er gebruik werd gemaakt van een stukje Doelstraat, daar het onmogelijk was, gezien de grote deelname aan de processie, alle deelnemers op “eigen terrein” te verwerken! Het herfstraam heeft als hoofdmotief Christus en memoreert aan het Christus-Koningfeest. Christus staat hier afgebeeld “nederig als ene die de wijnpers treedt”. Ten slotte zien we het winterraam met als middelpunt de Drie Koningen. Verder zijn in deze 4 ramen verwerkt de sterrenbeelden van de twaalf maanden en ook de tekens van de dierenriem. De ramen zijn echt de moeite waard om er eens met aandacht naar te kijken, speciaal ook omdat de hoofdkleuren zo treffend gekozen zijn voor de tijd van het jaar die zij uitbeelden. We zien de zachte kleuren van het lenteraam, de prille kleuren van het voorjaar met veel geel, blauwen rose; de gouden glans van de zon in de zomer; het sombere van de herfst met paarse en bruine kleuren en het winterraam met veel rood, verwijzend naar het vuur in de winter dat licht en warmte brengt.

De ramen in de trancepten en boven kapellen zijn versierd met fantasiefiguren, immers de financiën lieten geen kunstzinniger uitvoering toe. Toch zijn ook deze ramen in al hun eenvoud erg mooi geworden en vooral als de zon er op schijnt ontstaat er tengevolge van de zachte pasteltinten van het glas een prachtig effect.

Bartholomeus_1223 juli 1950 deed weer een Zevenbergse priester zijn Eerste H. Mis in de parochiekerk n.1. Father Jan Tielen. Hij vertrok in november van dat jaar naar de missie op de Philippijnen. Als uniek feit dient te worden vermeld dat op 15 februari 1953, met bijzondere dispensatie, de eerste avondmis in Nederland in onze kerk werd opgedragen en wel speciaal voor brandweerlieden uit Milaan die hier in de streek behulpzaam waren bij het opruimen van kadavers na de lqnatiusvloed van 1 februari, die West-Brabant zo zwaar had getroffen. De H. Mis werd opgedragen door een Italiaanse priester Don Petro Cassini geheten. De brandweermannen gaven een stukje volkszang weg om jaloers op te worden.

Bartholomeus_13

Inmiddels waren er weer plannen gemaakt om de toren te herbouwen. Dit zou gaan gebeuren in dezelfde stijl als de eerste toren, die prachtig bij de stijl van de kerk paste, doch die vlieger ging niet op. De Planologische Dienst keurde het eerste plan, en. ook vele varianten daarop, even zo dikwijls af. Men wilde per se boven Zevenbergen bolvormen zien in overeenstemming met de toren van de Nederl. Hervormde kerk waar ook het bollenidee domineerde. Uiteindelijk werd het plan goedgekeurd zoals de toren nu is gebouwd. In april 1954 kon worden begonnen met de bouw waarvoor architect Bunninck uit Breda het ontwerp had gemaakt. Het werk werd uitgevoerd door bouwbedrijf Sprangers, ook uit Breda, en was in november van dat jaar klaar. Het kruis was wederom een geschenk van Machinefabriek Brabant, de Fa. Mangnus zorgde praktisch belangeloos voor het gesmede hekwerk rond de omloop van de toren en de “wulpse” haan werd door de maker van indertijd, Piet van Kaam, uitgedeukt en opgekalefaterd en bekijkt nog steeds vanaf de torenspits, die 51.40 meter de lucht in steekt het Zevenbergen van thans en de wijde omgeving.
Terug naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK 5

Parochieleven 1954 – 1981

In de Kerstnacht van 1954 brandde het neon-kruis op de toren voor het eerst, als duidelijk bewijs van de voltooing van het werk. Pastoor van Kessel werd op 16 mei 1954 door Mgr. Mutsaers, toen bisschop van ’s Hertogenbosch benoemd tot Erekanunnik van de Kathedrale Basiliek van St. Jan te ’s Hertogenbosch. Hij is van dan af Hoogeerwaarde Heer i.p.v. Zeereerwaarde Heer en mag nu de paarse singel dragen. In deze onderscheiding werd de waardering van het bisdom uitgesproken aan de parochianen voor de gemeenschappelijke inzet bij alles wat in de loop der jaren, vooral na de bevrijding, met hun hulp tot stand was gekomen.

Het was groot feest rond 28 mei van dat jaar toen genoemde pastoor zijn Gouden priesterfeest vierde. Dit feit werd gecombineerd met het Zilveren pastoraat in augustus van hetzelfde jaar. Op 29 mei werd de pastoor naar 12 centraal gelegen punten in de parochie gereden in een open Landauer om op deze plaatsen door evenzoveel comités gehuldigd te worden. Ook werd op die dag een optocht met praalwagens gehouden, begeleid door 3 harmonieën. Enig was het om mee te maken dat de jubilaris ’s avonds op een podium, dat op de Markt was opgesteld, nog even dirigeerde. Het was de harmonie St. Catharina uit ’s Hertogenbosch die in de parochie van dezelfde naam door medewerking van de pastoor was opgericht in de tijd dat hij daar kapelaan was. Dezelfde avond vond ook de aanbieding plaats van het kado dat de parochie bij elkaar had gebracht n.1. f 20.000, bestemd voor de betaling (gedeeltelijk) der onkosten aan de toren en alles wat daarmee samenhing. Deze aanbieding werd verricht door Louis van Roey, destijds secretaris van het kerkbestuur. Bij monde van burgemeester Schaminée werd een cadeau van de gemeente aangeboden bestaande uit een uurwerk voor de toren. Ook werd bij deze gelegenheid de gedenksteen onthuld waarvoor onze plaatsgenoot Lambert Melisse de zinvolle tekst schreef: “Ik ben stom steen, maar een die Serafijnen zalig prijzen. Roem ’t offer van ’t gemeen, dat mij hoog deed herrijzen”. 29 Mei 1954, het was een onvergetelijke dag voor de parochie!

Wederom had de parochie een neomist, het was Jacques Schrauwen, die op 20 juni 1954 zijn Eerste H. Mis in de parochie celebreerde.

Het door de gemeente geschonken torenuurwerk kon op 28 januari 1955 in bedrijf worden gesteld. Vanaf die datum kon zowel overdag als ’s nachts in de verre omtrek de tijd worden waargenomen.

Kobie Schrouwenaars herdenkt 10 juli 1955 de dag dat hij 25 jaar als koster e.d. aan de parochie verbonden is, doch op zijn verzoek gaat deze herdenking voorbij zonder dat er veel aandacht aan geschonken wordt.

In de maand juli 1955 wordt het besluit bekend van Paus Pius XII wat inhoudt dat Nederland er 2 bisschopszetels bij krijgt t.w. Rotterdam en Groningen. Dit betekent dat ons land voortaan 7 bisdommen telt. Onze parochie gaat met de nieuwe geografische indeling, die dit besluit met zich mee brengt, voortaan deel uitmaken van Bisdom Breda. Deze verandering gaat in op het feest van Maria Lichtmis, 2 februari 1956.

De laatste Grote Missie wordt in 1956 gepreekt van 17-27 maart. Op 16 april vindt de inzegening plaats van de nieuwe St. Josephschool aan de Neerhofstraat en 25 juni wordt in onze kerk een Requiemmis gecelebreerd ter nagedachtenis aan Pater Marius Zom onze plaatsgenoot, die zijn hele priesterleven heeft gewerkt als missionaris op Borneo. Hij was 16 juni overleden te Singkawang op de leeftijd van 77 jaar.

Bas van Beek, de eerste priester die onze parochie “leverde” aan Bisdom Breda deed op 3 juni 1956 zijn Eerste H. Mis in de St. Bartholomeuskerk en een andere Zeven bergse priester Pater Bart Ooyen Lzn overleed op 22 november 1957 te Hulst ten gevolge van een verkeersongeval. Het was in het tiende jaar van zijn priesterschap; hij had zich op 4 juli 1948 voor het eerst als priester in onze kerk gepresenteerd.

Als voorlaatste parochie in het bisdom Breda verblijft op 19, 20 en 21 juli 1957 de beeltenis van O.L.V. van Fatima in onze kerk voor gebeds- en boeteplechtigheden, na een tocht langs 167 parochies van het bisdom waar overal dergelijke oefeningen waren gehouden. Daarna is de parochie van St. Stephanus te Moerdijk als laatste van het bisdom aan de beurt. Het beeld krijgt daar een vaste plaats zodra de in aanbouw zijnde kerk gereed is. De installatie aldaar vindt plaats op 22 december van dat jaar.

Op het eind van 1957 vraagt pastoor van Kessel ontslag aan als herder van de parochie bij Mgr. Baeten, bisschop van Breda. Dit gebeurt op 12 december, nadat duidelijk was geworden dat zijn geestelijke en lichamelijke krachten minder werden en hij het werk niet goed meer aan kon’. Vanaf de preekstoel wordt dit ontslag op 1 januari 1958 bekend gemaakt en totdat er een nieuwe pastoor benoemd wordt blijft van Kessel z.g. deservitor. Nadat op 30 januari bekend wordt dat de Z.E.H. Honoré Adriaanssens tot pastoor is benoemd, vindt op 7 februari de installatie plaats van de nieuwe herder. Daags daarna vertrekt Em. pastoor van Kessel naar Huize “St. Jacobshof” te Drunen, zijn geboorteplaats, om daar van een welverdiende rust te gaan genieten, na ruim 28 jaar zéér vruchtbaar onder ons te hebben gewerkt.

Ondertussen was een comité aan de slag gegaan, onder voorzitterschap van Dr. Koek, om te bewerkstelligen dat er weer klokken in de toren zouden komen en reeds op 11 april 1958 kon de wijding van 4 nieuwe klokken plaats hebben door Mgr. Baeten. Pastoor Adriaanssens had ervoor gezorgd dat de bisschop op 11 april hiervoor zou komen, precies op die dag, omdat het de verjaardag was van Em. pastoor van Kessel en nog wel zijn 80ste. Deze werd dan ook in Drunen opgehaald om bij de plechtigheid aanwezig te zijn, Tegenover hem was dit een sympathiek gebaar immers in de laatste jaren dat hij in de parochie was had hij flink meegeholpen om de aanschaf van de klokken mogelijk te maken.

Pro memorie aan dit feit vermeldt het randopschrift van de grootste klok:

“Wij met zijn vieren zijn geschonken door de parochianen bij de 80ste verjaardag van de Hoog Eerw. Heer W. van Kessel”. Daarbij heeft iedere klok nog een eigen naam. De grootste klok heet Bartholomeus en weegt 949 kq.: Maria, de tweede in grootte weegt 687 kg. Dan volgt Joseph met een gewicht van 493 kg. De kleinste klok heet Wilhelmus; deze klok ontleent haar naam aan de voornaam van pastoor van Kessel en weegt 278 kg. De tonen der klokken zijn precies op elkaar ingesteld en vormen een prachtig harmonieus geheel. Ze zijn gegoten bij de Fa. Eysbouts te Asten.

BARTHOLOMEUS MARIA, gewicht: 949 kg. Gewicht: 687 kg.

BARTHOLOMEUS MARIA, gewicht: 949 kg. Gewicht: 687 kg.

JOSEPH WILHELMUS, gewicht: 473 kg. gewicht: 278 kg.

JOSEPH WILHELMUS, gewicht: 473 kg. gewicht: 278 kg.

Bij het vaststellen van de klanken is rekening gehouden met de unieke klok die hangt in de toren van de Ned. Hervormde kerk op de Markt, welke dateert van 1410. Dit is’ een “Hemony” -klok, heeft een prachtig sereen geluid en is van bijzonder historische waarde. De klok voert als randschrift, hetgeen duidelijk wijst op haar oorsprong in de tijd dat deze kerk nog aan de katholieken behoorde: “Maria is mijn naem, mijn geluyt is God bequam”. Vanwege de grote historische en culturele waarde van deze klok moesten de Duitse bezetters hier netjes met hun handen afblijven en dat hebben ze dan ook gedaan. Het mag een wonder heten dat deze klok bij het exploderen van de toren waarin zij hing, onbeschadigd, de geweldige smak die zij toen maakte, heeft overleefd. Na de bevrijding der klokken beklom Em. pastoor Van Kessel voor de laatste maal de preekstoel en zei o.a.:

“Bidt en komt naar de kerk als gij deze klokken hoort luiden”

Het nieuwe schilderij van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand wordt op 14 mei 1958 op plechtige wijze in gebruik genomen en krijgt een plaats in de voormalige Theresia-kapel. Laatstgenoemd beeld “verhuist” met consol naar een mooi plaats links van het Maria-altaar.

Zondag 20 juli 1958 was weer een grote dag voor de parochie doordat Father Rinus Tielen de Eerste H. Mis celebreerde in de parochiekerk. Hij vertrok op 16 oktober van dat jaar als missionaris naar Kenya, waar hij nog steeds, en succesvol, werkt. Wij hadden het geluk dat te zien en kunnen ervan getuiqen!

Op de prioriteiten lijst bij de aanvang van het pastoraat van pastoor Adriaanssens stonden verschillende dingen die nodig moesten gebeuren doch die ten gevolge van het boven omschrevene vooruit waren geschoven omdat er geen tijd en geld voor beschikbaar was. Op het programma stonden o.m. een herinrichting van de sacristieën waar altijd nog met oude kasten, werktafels e.d. was aangesukkeld, de verbouwing van de pastorie beneden, die hard nodig was en aanpassing verdiende, een reorganisatie op de begraafplaats, aanpassing en verbouwing van het gebouw St. Jan etc. Met bekwame spoed werd dit alles aangepakt en zo kon op 19 augustus 1959 de gerestaureerde pastorie weer bewoond worden terwijl op 24 september van dat zelfde jaar de St. Jan kon worden heropend. Jan Zandbergen was in augustus 1958 aangetrokken als verzorger van het parochiekerkhof en zal dit werk blijven doen tot zijn pensionering in het jaar dat dit geschreven wordt.

Het sacrament van het doopsel, dat tot dan toe in de Latijnse taal was toegediend, wordt vanaf Pinksteren 17 mei 1959 gedaan met gebruikmaking van de Nederlandse taal, zoals in de gehele Nederlandse Kerkparochie. Deze verandering was voor de huwelijksritus reeds ingegaan op 21 april 1957.

Tussendoor worden een nieuwe paaskandelaar, amphora en elevatiebel aangeschaft, alles vervaardigd in atelier Brom te Utrecht en later worden ook nog 2 bijpassende ambo’s gemaakt in hetzelfde atelier.

Vooral door intensief huisbezoek wordt van 19 februari tot 16 juli 1961 door de Eerw. Paters Arts. c.s. de H. Hartintronisatie in gezinnen bevorderd en na veel peilingen en inspraak zijn we in datzelfde jaar zover dat de z.g. verpachte plaatsen in de kerk komen te vervallen. De nieuwe regeling houdt in dat iedereen vanaf 2 juli plaats kan nemen waar hij wil tegen betaling van 15 cent per plaats. Spoedig echter moet al worden overgegaan tot 25 cent per plaats, hierin inbegrepen de collecten voor de kerk en het noodfonds voor het bisdom. De schaalcollecte vervalt dus, doch zal om verschillende redenen later weer terugkomen. In de voorjaarsen zomerperioden wordt er op zondag morgen om 6 uur een H. Mis bijgevoegd in verband met het verzoek van de besturen van diverse duivenclubs. Aangezine de leden present moeten zijn als hun gevleugelde vrienden “op-de-klep-vallen, kunnen ze op andere tijden niet aan hun zondagsplicht voldoen. Evenzo worden er ook op zondagavond gedurende enkele bietencampagnes op de suikerfabriek diensten ingezet ten gevolge van het wisselen der ploegendiensten op die dag.

Hoewel het niet rechtstreeks onze kerk betreft mogen we toch ook wel vermeIden dat op 24 december 1961 de Ned. Hervormde kerk op de Markt weer geheel hersteld is van de oorlogsschade en het carillon in gebruik wordt genomen.

Van het bisdom uit wordt op 5 januari 1962 met nadruk aan pastoor Adriaanssens gevraagd het pastoraat van de parochie van O.L. Vrouw van de Rozenkrans en St. Jacob te Vlissingen over te nemen. Na enkele dagen hierover te hebben nagedacht stemt de pastoor toe, zij het met pijn in het hart. De benoeming wordt op 30 januari een feit: De Z.E.H. J. van Poppel, tot dan toe rector van het ziekenhuis Charitas te Roosendaal wordt de nieuwe pastoor van onze parochie en de installatie vindt plaats op 9 februari 1962.

Na bijna 5 jaar in St. Jacobushof te Drunen te hebben vertoefd overlijdt pastoor van Kessel op 21 januari 1963 aldaar. Het mag haast providentieel genoemd worden dat juist op dat moment twee naaste medewerkers uit het Zevenbergen-tijdperk van de pastoor bij dit sterven aanwezig waren, n.l. kapelaan Galema en koster Schouwenaars. Mgr. Bekkers, bisschop van ’s Hertogenbosch celebreerde de uitvaartmis. Op 25 januari d.a.v. fwordt in onze kerk naar aanleiding van dit overlijden een plechtige H. Mis van Requiem opgedragen. De Maria-klok die enige tijd geleden een barst vertoonde en dientengevolge een vals geluid liet horen, wordt hergoten bij Eysbouts en op 5 februari 1963 weer opnieuw in de toren gehesen.

Het St. Josephgasthuis, dat toen nog rechtstreeks onder het kerkbestuur viel, viert in dat jaar op grootse wijze het 75-jarig bestaan en tevens wordt het feit herdacht dat de zusters van J.M.J. evenzoveel jaren in dit huis werkzaam zijn. In verband met de nieuwe financiële regeling in de parochies op 1 januari 1964 krijgt ieder gezin in de parochie eind 1963 een brief van de bisschop in huis. Hierin wordt in grote trekken weergegeven wat die nieuwe regeling inhoudt. Per wijk worden de parochianen begin januari in 8 bijeenkomsten nader geïnformeerd. Volwassenen zullen voortaan een kwartje plaatsengeld in de kerk gaan betalen terwijl van hen een dubbeltje wordt verwacht in het mandje voor het Bisschoppelijk Noodfonds. Iedere maand zal een kollekte worden gehouden voor Charitas. Daarnaast wordt een vrijwillige bijdrage per gezin gevraagd f 52,- per jaar indien de gezinsinkomsten dat toelaten.

Als uniek feit mag worden gememoreerd dat op 3 maart 1964 Mgr, Otunga van het bisdom Kisii in Kenya een bezoek brengt aan onze parochie. het is in die periode dat Father Rinus Tielen, die in dat gebied werkt, in Zevenbergen op vakantie is. Het eerste bruidspaar dat onder de huwelijksmis op 21 april 1965 de H. Communie onder 2 gedaanten ontvangt is het echtpaar J. de Wit-Vrins.

Met de gebroeders Jan en Leo Aarden (beiden W.P.) die eigenlijk behoren tot de parochie Terheyden, doch altijd meer gericht waren op Zevenbergen, neemt Father Rinus Tielen, onder een plechtige H. Mis. afscheid van de parochianen, om opnieuw te vertrekken naar Afrika en daar hun taak als missionaris te hervatten.

De schoolverlaters van dat jaar doen met Pasen 1965 de vernieuwing van de doopbelofte. De z.g. Plechtige H. Communie die voordien gebruikelijk was, behoort daarmee tot het verleden.

Het bejaardencentrum Huize Zevenbergen” , dat de plaats gaat innemen van het oude St. Josephgasthuis, is inmiddels gereed gekomen en wordt in september 1965 door Mgr. G. de Veth, bisschop van Breda, ingezegend, Bij die gelegenheid wordt de voorzitter van de stichting D. van Opstal benoemd tot Ridder in de orde van St. Sylvester, in verband met zijn grote inzet bij de totstandkoming van genoemd centrum, hetwelk een prachtige en nuttige aanwinst is voor Zeven bergen en omgeving.

Vanaf 6 maart 1966 wordt bij herindeling van West-Brabant, Zevenbergen tot dekenaat gecreëerd. Pastoor van Kessel te Moerdijk wordt de eerste deken. Theophil Baekelandt krijgt in april 1966 de onderscheiding “Pro Ecclesia et Pontifice” wegens bijzondere verdiensten als kerkmeester, notu leur en administrateur van het parochiekerkhof, welke laatste waarneming bij deze gelegenheid overgenomen gaat worden door Kobie Schouwenaars.

De inmiddels enigzins verouderde geluidsinstallatie in onze kerk, die indertijd door de Fa. Barél uit Zevenbergen was aangelegd, wordt in augustus 1967 vervangen door een modernere. “Aurora” uit Tilburg, specialist op het gebied van geluidstechniek in kerken, levert de installatie echter met gebruikmaking van het bestaande loodkabbelcircuit dat indertijd door Barél was aangebracht. Ook wordt in dat jaar de verwarmingsinstallatie die tot dan toe met “magere puf” antraciet was gestookt, oorspronkelijk door Janus Kramers en later door Ka Pars, vervangen door een oliestookketel.

Naast het van oudsher bestaande mannenkoor wordt in de loop van 1967 een dameskoor opgericht dat onder leiding van Marc. Beers de rouwen trouwdiensten gaat opluisteren. Er is grote belangstelling bij de dames en zij doen hun werk tot op heden nog prima, ook nu ze de laatste jaren samen met de mannen in vele diensten zingen. Een meisjeskoor van de hoogste klassen van de Lagere school zingt voortaan onder de avondmissen op zaterdag.

Ter vervanging van de Oude St. Annaschool aan de Doelstraat kon, nadat er oorspronkelijk nogal wat moeilijkheden waren geweest in verband met vergunning e.d., op 29 mei 1968 de zogeheten Torenveldschool worden ingezegend. De” school werd gebouwd door Fa. Vissers en Zn. uit onze plaats. Later werd aan deze school een kleuterschool toegevoegd wat gebeurde door de Fa. van Turnhout, eveneens uit Zevenbergen. Verder dient nog te worden vermeid dat in de oude St. Josephschool de St. Jan en de St. Annaschool de M.U.L.O., thans M.A.V.O., is gestart met P. Hemelaar als eerste hoofd. Later kreeg deze M.A.V.O. een eigen onderdak in de Burg. Vranckenstraat. In april 1953 wordt het gebouw ingezegend.

In 1968 wordt een Bejaardenkoor opgericht dat met dirigent Marc. Beers bij bepaalde gelegenheden gaat zingen, niet alleen in de kerk maar ook bij andere evenementen. Later gaat de directie gevoerd worden door Mevr. A. Wijtvliet-van der Wiel. Op 1 april is P. de Wit 25 jaar hoofd van de St. Josephschool. Het was intussen nodig gebleken dat met de nieuwe liturgische veranderingen in de kerk een aanpassing nodig was en dit gebeurde tussen Pasen en Pinksteren in 1969 naar ontwerp van Ir. Margry, die indertijd ook voor de St. Josepschool en “Huize Zeven bergen” de plannen had gemaakt. Het priesterkoor wordt doorgetrokken verder de kerk in en komt meer centraal te liggen. Om in goede harmonie te blijven met de rest van het interieur worden voor het supedanium Müschelkalktegels gebruikt en de Gebr. van Boxel voeren het werk uit. In de trancepten komen nu ook vaste banken in plaats van de stoelen en kinderbanken die er voordien stonden, hetgeen onder de diensten alles wat rustiger maakt. De banken komen voor een deel uit de boven kapel aan de westkant van de kerk en gedeeltelijk van de kapel van het oude St. Josephgasthuis. Deze banken waren indertijd gemaakt naar model van de banken in de kerk en passen dientengevolge prima bij de andere banken. De westelijke boven kapel wordt ingericht als doopkapel en de oostelijk gelegen boven kapel wordt dag kapel. De vloerbedekking voor genoemde ruimten kon worden gelegd met materiaal dat dienst had gedaan in de kapel en de gangen van het St. Josephgasthuis en kon daar juist vóór de sloop worden uitgehaald. Alles bij elkaar konden dus de gevolgen van de verbouwing met eigen materiaal worden opgevangen, hetgeen een zeer voordelige aangelegenheid was, temeer ook daar Pater Oostendorp c.s. voor een eigengemaakt altaar en bijpassende bank had gezorgd.

Onder leiding van Marc. Beers wordt in september 1969 begonnen met een Jongerenkoor hetgeen enkele jaren aardig functioneert bij bepaalde gelegenheden, jammer dat het op het moment dat we dit schrijven al een paar jaar ter ziele is.

De Torenveldschool blijkt de hal, waarin vanaf het gereed komen in de weekends Eucharistievieringen plaatshebben, zelf nodig te hebben voor bibliotheek e.d. en daarom moet eind juni 1970 gestopt worden met de kerkdiensten. Het gebouw St. Jan wordt eind september van dat jaar verkocht aan een Stichting, het parochiehuis wordt verbouwd en aangepast aan de nieuwe eisen die gesteld worden, het zal voortaan “De Schakel” gaan heten.

Kobie Schouwenaars is op 10 juli 1970, 40 jaar als koster etc. in de parochie werkzaam. Hij krijgt de onderscheiding “Pro Ecclesia et Pontifice” en van de parochianen een elektronisch orgel.

Father Jan Tielen die op vakantie is en op 22 juni 1971 voor de 4de keer vertrekt naar de Philippijnsche eilanden draagt op 24 mei in dat jaar de laatste H. Mis op in de kapel van het St. Antoniusklooster in de Molenstraat. Na een aangepaste verbouwing gaat het gebouw als gemeentehuis dienst doen.

De gemeentedienst gaat dus van het ene vroegere zusterhuis naar het andere, immers het huis waar de dienst tot dan toe in heeft plaatsgevonden behoorde voorheen aan de Franse zusters toe!

Wederom bezocht een zwarte bisschop uit Afrika onze parochie en wel Mgr. Mugendi uit Kenya. Hij vond het hier in Nederland een angstig vertoeven nadat hij op verschillende plaatsen gezien had dat het water hoger stond dan de wegen. Het is te begrijpen als men weet dat hij uit een bergachtig gebied komt dat meestal door droogte wordt geteisterd!

De Eucharistievieringen in Noord I kunnen per 1 november 1971 op de weekends weer gaan plaatsvinden en wel in de ruime kantine van het N.K.1. kledingatelier die door P. en C. gratis beschikbaar wordt gesteld. Met 120 kerkstoelen en een mobiel altaar uit de parochiekerk, welke meubelen waren vrijgekomen met bovenomschreven verbouwing, kan deze kantine als een behoorlijke dependancekerk worden ingericht en de kosten waren uitermate summier.

Middels het thans in Zevenbergen wonen van hun familie, medeparochiaan te zijn geworden, nemen in het voorjaar van 1972 twee missionarissen afscheid van ons. Pater Antoon Ooms vertrekt op 1 maart naar Ethiopië en Father Wim van Gastel naar Sabah op Borneo. In augustus datzelfde jaar komt Pater Timmermans voorgoed terug naar Nederland, hij heeft zijn hele priesterleven gewerkt op het eiland Sumatra. Hij mankeert tlnks en recht nogal wat en is volgens zijn eigen zeggen “totaal versleten”. Adriaan van Aken wordt op 22 september 1974 in de schijnwerpers gezet, hij is n.1. op die dag 40 jaar organist in onze kerk. Hij had eerder reeds een paar onderscheidingen gekregen. Door Lambert van Eekelen, die hem gaat opvolgen, wordt hem een orgelconcert aangeboden. Op diezelfde dag wordt het z.g. plaatsengeld in de kerk afgeschaft. In plaats daarvan wordt van iedereen boven de 18 jaar een gulden in het kollektemandje gevraagd. Van beneden-de-achttienjarigen wordt verwacht dat zij naar vermogen zullen offeren’.

Totaal “uitgeblust” komt Father Jan Sweere in 1974 terug van de Philippijnse eilanden. Hij heeft geen “stoom” meer zegt hij en zijn benen willen niet meer mee. Het is allemaal begrijpelijk, wetende dat hij tientallen jaren onder niet te beste omstandigheden in de missie heeft gewerkt.

Bij gelegenheid van zijn 4Q-jarig priesterschap op 26 mei 1975 wordt pastoor van Poppel, wegens zijn bijzondere verdiensten voor kerk en gemeenschap, benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. Burgemeester Reijnders speldt hem de versierselen op in het bijzijn van het kerkbestuur en enkele naaste medewerkers(sters). In de loop van 1975 wordt voor de zoveelste maal een kinderkoor opgericht dat onder leiding van Lambert van Eekelen gaat zingen. Met begeleiding van een jeugdorkest gaat dit koortje de kerkelijke diensten opluisteren. Eerder waren er kinderkoren geweest o.l.v. kapelaan Vlekke, rector Fick, Jan van de Broek, Jo van Hooft en Piet de Wit, doch deze koortjes gingen na verloop van tijd weer ter ziele wegens gebrek aan belangstelling van de leden. In dit verband dient vermeld te worden dat genoemde heer de Wit, hoofd van de St. Josepschool, jarenlang het mannenkoor in onze kerk dirigeerde als opvolger van Eduard Verrijt, die reeds in de oude kerk als organist-directeur dienst deed met Janus Matthee als dirigent van het mannenkoor naast zich, wanneer hij zelf het orgel bespeelde. Pater Verduit viert op 11 april 1977 zijn Zilveren Priesterfeest. De collecte die bij deze gelegenheid wordt gehouden schenkt hij aan de Zevenbergse missionarissen die in de Derde Wereld werken. In verband met de sluiting en latere sloop van het N.K.J. atelier moet daar met de Eucharistieviering worden gestopt op de weekends. Later kunnen deze diensten weer doorgang vinden in het multifunctioneel gebouw “De Meerenhof” nadat dit gebouw op 28 januari 1977 is geopend.

Begin 1977 blijkt dat het dak van de kerk nodig moet worden gerestaureerd.

Met “kunst en vliegwerk” moest er de laatste jaren aan worden gewerkt om de ontstane lekken en andere mankementen te repareren, doch dit kon nu echt niet langer worden volgehouden. Zoals eerder omschreven was het dak na de oorlogsschade dicht gemaakt met leien en bevestiging van haken en spijkers van niet al te beste kwaliteit, omdat er anders niets te krijgen was. Er werd gerekend en begroot en de slotsom was dat het geheel 350.000 zou gaan kosten. Voor het leidekken werd de Fa. van Osta-Bedaf uit Etten-Leur aangetrokken, voor goten, afvoerpijpen etc. de Fa. Jobse uit Middelburg en voor het timmerwerk de Fa. W. Tielen uit Zevenbergen.

Vanwege de grote kosten die een en ander met zich meebracht moest er extra geld binnenkomen, en daar werd een apart comité voor in het leven geroepen. Acties in velerlei vormen werden door dit comité op touw gezet in de periode van 15 maart tot 15 november. Het bisdom beloofde het eindbedrag van deze acties te verdubbelen, hierbij niet inbegrepen de subsidie van de gemeente Zevenbergen, die f 25.000,bedroeg en de bijdragen van de industrieën, die het niet geringe bedrag van f 20.430 bedroegen. Alles bij elkaar bracht deze actie “Onder Dak” genaamd, het enorme bedrag op van f 180.867,64. Dit resultaat werd op de slotavond van de actie op een grote lei geschreven en symbolisch aan pastoor van Poppel overhandigd. Half augustus 1977 werd met het werk begonnen en eind april 1978 was het dak geheel klaar. Bewust zijn in deze passage geen namen genoemd van mensen die zich met geweldig elan voor deze zaak hebben ingezet, het waren er immers zo velen en we zouden daarom gemakkelijk iemand gaan vergeten.

Ant. van Gastel kreeg op 14 mei 1977 de onderscheiding “Pro Ecclesia et Pontifice”, vanwege zijn bijzondere inzet voor de gemeenschap, met name voor het parochiefonds. Het overlijden van Paus Paulus VI, op 6 augustus 1978, werd in de parochie herdacht en vond zijn hoogtepunt in een geconcelebreerde H. Mis van Requiem op zaterdag 12 augustus. Dit gebeurde op dezelfde manier toen Paus Johannes Paulus I, die na een kort conclaaf op 26 augustus werd gekozen en reeds op 28 september d.a.v. overleed tengevolge van een hartaanval. De nieuwe Paus, van Poolse oorsprong die op 16 oktober werd gekozen kiest de naam Johannes Paulus 11.

De nieuwe bestuursvorm voor de parochie die op advies van het bisdom per 1 januari 1979 wordt ingevoerd, een die meer gestalte gaat geven aan de medeverantwoordelijkheId van de leken, gaat de plaats innemen van de tot dan toe geldende vorm. Deze bestond uit kerkbestuur en parochieraad. Het wordt nu parochiebestuur en parochievergadering.

Bartholomeus_16

Bartholomeus_17

De zusters van het gezelschap van J.M.J. herdachten op 15 juni 1980 het feit dat zij vóór 150 jaar in Zevenbergen hun werkzaamheden waren begonnen. Alle nog in leven zijnde zusters die ooit in Zevenbergen hadden gewerkt of van oorsprong uit Zevenbergen kwamen, waren uitgenodigd het feest te komen meevieren. Circa 90 zusters waren opgekomen waaronder de Generale overste en vertegenwoordigsters van het Provinciaal bestuur. Het gevarieerde program van die dag begon met een plechtige Eucharistieviering in de feestelijk versierde parochiekerk en eindigde met een ontvangst in het gemeentehuis waaraan verbonden een rondleiding in het gebouw, wat voorheen het “home” van de zusters was. Het geheel vormde een ‘waardige viering van dit unieke gebeuren. Het weekend daarop was er weer iets bijzonders aan de orde. Kobie Schouwenaars herdacht het feit dat hij 50 jaar in dienst was van de parochie als koster etc. Bijna hetzelfde comité als dat van “Onder Dak” zorgde ervoor dat het een geweldig feest werd. Op zaterdag 21 juni werd een plechtige Eucharistieviering geconcelebreerd door 5 priesters, ook de gehele acolietengroep trad aan en het volledig Gemengd koor van de kerk. Organist Lambert van Eekelen speelde op het orgel enkele stukken die erg geliefd waren bij de feesteling en zijn vrouwen kinderen. Pastoor van Poppel sprak de feestpredikatie uit en Kees Ooijen bood namens de parochie een bedrag aan dat bestemd was voor een reis naar Rome. Na de stijlvol verzorgde Eucharistieviering volgde een massale receptie in de kerk die een vervolg kende na de H. Missen op de zondag daarop. Na het kerkelijk gebeuren volgde een uitstekend verzorgde huldigingsbijeenkomst in De Schakel, voor de meer rechtstreeks bij de kerk betrokkenen, met cabarateske nummers en verschillende met sappige humor doorspekte spreekbeurten. Burgemeester Reijnders spelde bij de jubilaris de eremedaille van O.N. in goud op. Harmonie “Crescendo” kwam met een serenade, het comité met een prachtig in elkaar gezette litanie, in aparte klederdracht etc. etc. Alles bij elkaar was het een zeldzame dag waarbij veel waardering naar voren kwam!

Inmiddels begon er ook tekening te komen in de opvolging van Pastoor van Poppel, die al langer de wens te kennen had gegeven, met emeritaat te willen gaan. Na diverse verwikkelingen en onderhandelingen met de daartoe belast zijnde instanties kwam uiteindelijk als resultaat dat pastor P. Gerold, tot dan toe werkzaam in de parochie van Maria Boodschap te Rijen en voordien pater Benedictijn van de abdij te Oosterhout, de taak van Pastoor van Poppel ging overnemen. De benoeming gaat per 1 september 1980 in. 21 November 1980 wordt voor de zoveelste maal een jeugdkoor opgericht om bij bepaalde gelegenheden en gezinsdiensten op te treden o.l.v Anita Jonk-Kösters. Laat ons hopen dat het een langer leven beschoren is dan al de jeugdkoren die eerder opgericht werden.

Het officiële afscheid van pastoor van Poppel vindt plaats op 13 september 1980 met als hoogtepunt een geconcelebreerde Eucharistieviering. Onder deze plechtige en stijlvol verzorgde dienst preekt de scheidende op de hem bekende korte, kernachtige manier. Een afscheid voorgoed wordt het niet want de pastoor blijft waar nodig en nuttig is, bereid dienst te doen. Na de dienst in de kerk was er voor ieder die aat wilde in De Schakel gelegenheid om de pastoor de hand te drukken, waar zeer druk gebruik van werd gemaakt. Verschillende sprekers voeren het woord en bedanken de pastoor voor al hetgeen hij op veel manieren en met veel inzet, insiders getuigen daarvan meer nadrukkelijk, in achttien jaar voor de parochie heeft gedaan. Hoewel de pastoor de wens had geuit geen afscheidscadeaus te willen, kwam er toch nogal een en ander uit de bus en uit de beurs waarmee hij achteraf toch erg blij was, hiervan getuigend in zijn dankwoord. Hij kreeg o.a. van het gemeentebestuur, in de persoon van de burgemeester, een legpenning van de gemeente Zeven bergen uitgereikt. Alles bijeen genomen was het een waardige afscheidsavond, die een ongedwongen en leuk verloop had. Tot 21 januari 1981 blijft de pastoor nog op de pastorie wonen, daarna betrekt hij een huis in Zevenbergen aan de Noordhaven om er, na we hopen nog lang, van een verdiende rust te mogen genieten.

Aansluitend hierop vindt op 21 september 1980 de presentatie plaats van Pastor Gerold onder een plechtige Eucharistieviering. Omdat zijn taak een regionaal karakter gaat krijgen zijn bij deze presentatie enkele priesters en pastorale werkers die in de regio fungeren aanwezig.

Aangezien dit pastoraat bij het schrijven van dit stukje geschiedenis nog erg pril is, kan er nog niet veel over geschreven worden. De perspectieven zijn echter gunstig. Vruchtbare werkzaamheid in ons midden zij echter de nieuwe pastoor ook van hieruit van harte toegewenst. Aan werkzaamheid zal het hem niet ontbreken, zo is reeds geconstateerd kunnen worden, de vruchtbare uitwerking zal van veel factoren van medewerking afhangen. Gods beste zegen zij hem toegewenst.

De parochievergadering kwam de laatste tijd bijeen in de Raadszaal van het gemeentehuis in verband met te kleine ruimten op de pastorie. Door het bij elkaar trekken van enkele kamers wordt, na nogal wat strubbelingen om een en ander zo voordelig mogelijk klaar te krijgen, op de pastorie de mogelijkheid geschapen deze bijeenkomsten daar te houden. Per 1 april 1981 is het zover. Tegelijk met deze aanpassing worden ook het dak, de goten en afvoerpijpen gerenoveerd, aangezien dit zeer hard nodig is. Sinds mensenheugenis was aan het dak etc. niets meer gedaan, afgezien van het dichten van enkele grote gaten die door granaatinslag in de oorlogsdagen van 1944 ‘waren ontstaan en in eigen beheer waren gerepareerd. Ook aan de kerk moeten zeer binnenkort weer enkele stevige en kostbare karweien gaan gebeuren, o.a. het buitenschilderwerk, het opnieuw voegen van de toren, het in nieuw lood leggen van onze prachtige gebrandschilderde ramen enz. enz. Er blijft dus werk aan de winkel om alles in goede staat te houden en het nuttig blijven functioneren van onze mooie kerk ook voor de toekomst te verzekeren. Onze St. Bartholomeuskerk waarvoor in de afgelopen 50′ jaar zovelen zoveel hebben gedaan en geofferd!

Dit stukje geschiedenis van de vijftig jaar dat de St. Bartholomeuskerk nu bestaat wil niet de pretentie hebben volledig te zijn. Het zou een overzicht in vogelvlucht genoemd kunnen worden. Bij vele dingen die meer uitgebreid beschreven hadden kunnen worden is slechts even stilgestaan, aangezien het verhaal nu eenmaal niet te lang moest zijn. Er zou een boekwerk voor nodig zijn om alles en dan meer uitgebreid de revue te laten passeren. Misschien is dit in de toekomst nog wel eens mogelijk …

Namen van personen, vooral van de laatste jaren, zijn zo weinig mogelijk en slechts in gevallen waar dit bijna niet anders kon, gebruikt in de hoop dat anderen, die niet genoemd zijn, er geen aanstoot aan zullen nemen.

Ik hoop echter toch met dit beknopt overzicht een kleine bijdrage te hebben geleverd, die voor de mensen van nu en van het nageslacht, enige waarde heeft bij de herdenking van het Sa-jarig bestaan van onze St. Bartholomeuskerk en het parochieleven in die jaren.

Zevenbergen, mei 1981.

Kobie Schouwenaars.
Terug naar inhoudsopgave

Nawoord.

Het parochiebestuur van de St.-Bartholomeuskerk wil iedereen die eraan meegewerkt heeft dit boekje tot stand te brengen, van harte bedanken.

Zij die de foto’s beschikbaar stelden, zij die op een of andere manier bij het maken van dit boekje geholpen hebben. Maar toch vooral, en eigenlijk in de eerste plaats wil het bestuur Kobie Schouwenaars bedanken, die belangeloos en met enorm veel inzet van tijd en enthousiasme dit boekje gemaakt heeft tot wat het is: een prettig leesbaar stukje geschiedenis van onze kerk, met veel informatie, herinnering en soms wat nostalgie. Een blijvend bezit als herinnering aan dit 50-jarig feest.
Terug naar inhoudsopgave

Personalia.

Pastoors
1928 – 1958: Hoogeerw. Heer W. van Kessel
1958 – 1962: Zeereerw. Heer H. Adriaanssens
1962 – 1980: Zeereerw. Heer J. van Poppel
1980 – : Zeereerw. Heer P. Gerold.

Kapelaans
G. Becx
L. Vlekke
J. Walen
H.Hens
C. Simons
P. Ras
P. Eisen
A. van den Heuvel
C. Meeuwissen
W. Norbart
P. van der Heijden
J. Galema
A. van Goethem.
F. Kuijpers
G.Lockefeer
J. Rood
B. Rentmeester (past. werker)
J.Verduit
B. de Vos

Kerkbestuursleden
Cornelis van Beek
Hubertus Wijtvliet
Antoon Huijsmans
Johannes Nollen
Constant van de Stee
Petrus van de Noort
Johannes van de Noort
Louis van Roeij
Petrus Jooren
Johannes Wijtvliet
Adrianus Sweere
Theophiel Backelandt
Bartholomeus Ooijen
Johannes Schrauwen
Mattheus van Opstal
Arnoldus van Campen
Cornelis Schuijt
Christoffel Hermus
Antonius Claassen
Nicolaas van Opstal
Franciscus van Grimhuijzen
Johannes van Kraaij

Huidige parochiebestuur
Antonius Claassen
Cornelis Akkermans
Hendrika van der Smissen-Schalken
Joséphine Willemse-Asselbergs
Johannes Barel
Johannes van Oers

..

Vanaf 1930 koster: Jacobus Schouwenaars.

Bartholomeus_18

50 jaar

St. Bartholomeuskerk aan de Markt te Zevenbergen
Terug naar inhoudsopgave